Archief 1992-1997

Archief 1992-1997

1997

Schoolkidsproject

Van de zeventien kinderen slaagden er in 1996 zeven kinderen. Dan waren er nog tien over. Neen dus, van de zes kinderen die hun middelbare school beeïndigden zijn er vier aan het eind van 1997 aan een vervolgstudie begonnen. Deze keus om ook de kinderen na de middelbare school te helpen met een vervolgstudie impliceerde wel dat het schoolkidsproject aanzienlijk duurder werd dan in eerder stadium voorzien. Maar om de kinderen na de middelbare school werkloos en dus inkomenloos te veroordelen tot een leven van bedelen of stelen leek ons ook geen optie.
Josephat Otieno is na zijn middelbare school begonnen aan een studie aan een hogere technische school. Leah Awuor, is na haar middelbare school begonnen aan een economische opleiding, Sammy Otieno is begonnen aan een opleiding bouwkundige en Stephen Opondo aan een opleiding in de electra.
Van de tien andere kinderen deden de meesten het goed dit jaar. Bijna allen gingen over naar het volgende jaar, maar Teresia Mwikali was een twijfelgeval en Naomi Njoki is blijven zitten.

 

1996

Schoolkidsproject

Van de twintig kinderen zijn er nu twee klaar met hun studie en helaas twee weer terug op straat. Met zestien kinderen startten we 1996. En we kunnen het weer niet laten om een kind uit de nood te helpen. Naomi Njoki, een gehandicapt kind, gaven we vanaf februari 1996 ook ondersteuning. Dat maakt het aantal weer zeventien. Dit jaar slaagden zes kinderen voor hun middelbare schoolexamen. Een mooi resultaat.
Helaas stierf dat jaar Hannah Kabura, zij is de moeder van Mary Wambui en Mary Wanjiku. De resultaten op school van de kinderen zijn door het overlijden van hun moeder niet erg goed. Gelukkig slaagden we er in een tante te vinden die voor de kinderen wilde zorgen. Wij betaalden haar iedere maand de moederondersteuning. Zonder deze ondersteuning was het 100 % zeker geweest dat deze kinderen tot de straat veroordeeld zouden zijn. Een leven van bedelen, stelen en prostitutie lopen ze gelukkig mis.
Theresia Wanjiku deed het op de Nationale school ook weer erg goed, tussen deze slimme kinderen was ze toch weer de nummer vier van de klas. Theresia werkte erg hard, ze lijkt zich erg bewust van de kans die ze heeft om haar leven door harde studie een andere kant te doen opgaan.
Na een lange ziekte overleed ook de moeder van Josephat Otieno. We betaalden een bijdrage om de begrafenis te bekostigen.
Naast de zes kinderen die hun middelbare school beeïndigden, slaagde Martin Ochola voor zijn koksopleiding.

1995

Schoolkidsproject

Nog negentien kinderen in het project. Helaas dit jaar twee uitvallers in het project.
Joshua Njogu koos, ondanks waarschuwingen in 1994, ervoor om zijn leven op straat weer op te pakken. De aantrekkingskracht van zijn maten op straat was groter dan zijn studie.
Ook Yvonne Akinyi die pas vorig jaar deelneemster werd van het project, lukte het niet meer om zich aan te passen aan de discipline van het schoolleven. De zeventien andere kinderen deden het gelukkig wel goed.
Steven Maina was erg ziek dat jaar, en verbleef een tijd in het ziekenhuis maar slaagde er toch in om over te gaan. Mary Wanjiku’s oudere zus, moeder van drie kinderen, overleed. Daardoor kreeg Mary’s moeder nog een zwaardere last te torsen met de extra zorg voor de drie kleinkinderen.
Theresia Wanjiku slaagde voor haar examen van de lagere school als de tweede van de school, als resultaat mag ze naar een Nationale school, wat een hele eer is in Kenya. Haar ouders waren zo trots dat ze bij de poort van de school zijn gaan kijken. Stel je voor hun dochter uit de sloppenwijken op een Nationale school met prachtige klassen en zelfs een zwembad. Titus Wangila slaagde voor zijn opleiding computer/boekhouden.

Hulp

Twee dakloze gezinnen worden aan huisvesting geholpen.

 

 

1994

Schoolkidsproject

In 1994 hebben we het aantal kinderen uitgebreid tot twintig. Het valt niet mee in een land met zoveel problemen om kinderen niet te helpen. Yvonne A. Ndinya, Titus Wangila en Martin Ochola konden we niet weigeren. Yvonne ging naar klas zeven van de lagere school, Martin ging naar de koksschool en Titus stuurden we naar een computer/boekhouden opleiding. Met de rest van de kinderen ging het over het algemeen goed. Theresia Mwikali deed het als beste van de klas uitstekend.
Minder goed ging het met Joshua Njogu die in dat jaar op de middelbare school was begonnen. Hij spijbelde vaak en zwierf weer veel op straat, naar zijn moeder wilde hij niet luisteren. Joshua werd gewaarschuwd om weer naar school te gaan en van de straat weg te blijven.
Alice Wakio, die zelf al een kindje heeft, verwisselde van school. Haar moeder leeft niet meer, maar oma zorgde voor het kindje.
Michael Omollo deed eindexamen op de middelbare school en is het eerste kind dat de school en het project verlaat. We betaalden nog mee aan de medicijnen voor zijn broer, maar die overleed helaas. Niet verbazingwekkend gezien het krot waarin Michael en zijn familie in leefde.

Imani

Dit jaar werd Imani gesteund door het aankopen van een diepvriezer en drie kookketels. Dit door middel van een financiële ondersteuning van de Nederlandse Ambassade in Kenia.

Hulp

In december 1994 hoorden we het verhaal over Fiona Atieno. Dit tweejarige meisje was ernstig ziek, alleen een operatie kon haar redden. De kans van slagen van de operatie werd echter laag ingeschat, zo’n 10%. Kosten van de operatie rond de 4.000 gulden, een voor Kenyaanse begrippen zeer hoog bedrag: het gemiddelde maandsalaris van deze familie was 90 gulden per maand. De uitgebreide familie was bij elkaar gekomen om te vergaderen wat te doen. De beslissing was om niet te opereren, de kans van slagen was te klein en de kosten zou de hele familie jaren achtervolgen.
Voor ons was er echter geen keus, je kan toch niet een kindje laten overlijden voor 4.000 gulden. De operatie is geslaagd en de Stichting heeft hiervan de kosten op zich genomen.

 

1993

Schoolkidsproject

Het eerste jaar 1993 deden alle kinderen het redelijk op school en gingen over. Echter twee huisjes in de sloppenwijken van twee moeders van de kinderen brandden af. Daarom hebben we financiële steun verleend om kleren en schoolboeken te vervangen.
Problemen waren er tussen Michael Omollo en zijn zwaar alcoholistische moeder: na dreiging met het intrekken van de moedersteun verbeterde haar gedrag.
Hulp
voor drie ernstig zieke kinderen worden de dokter- en ziekenhuiskosten betaald.

1992

Schoolkidsproject

Het Schoolkidsproject is gestart in augustus 1992. Na een uitgebreide selectie door een sociaal werkster zijn zeventien kinderen uitgekozen voor ondersteuning.
Om de kans van slagen te vergroten, kiest zij in eerste instantie kinderen die voorheen wel naar school gingen en het goed deden.
Aan deze kinderen wordt een voorwaarde gesteld; alleen als ze niet meer op straat zwerven, betaalt de stichting hun school. Hun veelal alleenstaande moeders krijgen financiële ondersteuning als zij goed voor hun kind zorgen. En met de scholen wordt overeenstemming bereikt voor de toelating van deze kinderen.
Van augustus tot december 1992 hebben de scholen zich hierop voorbereid en per 1 januari 1993 (in Kenia is een schooljaar gelijk aan een kalenderjaar) zijn deze begonnen op het niveau dat de kinderen aan konden. De meeste kinderen waren al jaren niet meer naar school geweest.
Lager onderwijs in Kenya bestaat uit acht klassen: Standard één tot en met Standard acht. Middelbaar onderwijs bestaat uit vier klassen: Form één tot en met Form vier. Tien kinderen begonnen op de lagere school en zeven op de middelbare school.

 
Imani

Het kindertehuis Imani krijgt ondersteuning. De Stichting betaalt het salaris van de medewerker George Njoroge. Daarnaast verzorgt de Stichting bemiddelings- en advieswerk.

 
Hulp

Drie projecten in Nairobi kregen materiële steun via het Parking Boys Project.
Het project Maria House ontving babyledikantjes voor de kinderopvang.
Het schoolproject Mukuru Primary School waar kinderen uit de sloppenwijken gratis onderwijs ontvangen, kreeg vijftien tafels voor de lerarenkamer.
Het project van Brother Moogi dat onderwijs verschaft aan straatkinderen, ontving lessenaars.